We houden de mobiliteitsvisie up to date via monitoring
De situatie op de weg kan altijd veranderen. Daarom is het verstandig om regelmatig te monitoren of de visie nog voldoet aan de ambities en praktijk. De monitoring wordt op verschillende niveaus uitgevoerd:
Ad-hoc monitoring bij nieuwe ontwikkelingen
In de toekomst kunnen zich nieuwe ontwikkelingen voordoen waarop we de mobiliteitsvisie willen bijsturen. Bijvoorbeeld wanneer we veel klachten over een bepaalde verkeerssituatie. Of wanneer er nieuw regionaal beleid of landelijke richtlijnen en normen worden vastgesteld. Monitoring van dergelijke ontwikkelingen valt onder de dagelijkse verantwoordelijkheid van onze verkeerskundigen en beleidsmedewerkers. Wanneer er sprake is van grote wijzigingen van het beleid, wordt dat door het gemeentebestuur en/of raad vastgesteld.
Voortgang blijven monitoren
Het is goed om periodiek te kijken waar we staan met de ambities en doelstellingen uit de mobiliteitsvisie. Worden de knelpunten opgelost? Werken we nog naar de wensbeelden toe? Dit doen we door jaarlijks de stand van zaken op te nemen. Hiervoor hebben we vier belangrijke indicatoren opgesteld:
-
Intensiteiten op de weg. Dit meten we middels het jaarlijkse telprogramma.
-
Vertraging/ reistijd op de belangrijkste wegen:
-
Het aantal en de ernst van ongevallen.
-
Fietsintensiteiten op een x-aantal belangrijke routes (nog nader te bepalen op welke plekken).
We gaan jaarlijks op deze indicatoren rapporteren. Zo krijgen we de voortgang in beeld. En kunnen we bijsturen waar nodig om lange termijn doelstellingen te halen. Op basis van deze monitoring maken we vervolgens in de programmabegroting keuzes over de uit te voeren maatregelen.
Elke vier jaar een grootschalige evaluatie
Het is verstandig om op bepaalde momenten de gehele Mobiliteitsvisie opnieuw te heroverwegen. Een logisch moment daarvoor is aan het einde van de coalitieperiode van vier jaar. Op basis van de ambities van de nieuwe coalitie kunnen de doelstellingen voor mobiliteit wijzigen. Dit wil niet zeggen dat er telkens een geheel nieuwe Mobiliteitsvisie opgesteld wordt. Een nieuwe analyse van ruimtelijke ontwikkelingen, risico’s en knelpunten en een bijstelling van de maatregelen zal volstaan. Tegelijk willen we ook elke vier jaar het regionale verkeersmodel actualiseren. Eens per twee jaar kan dan lokaal worden gekeken of de ontwikkelingen binnen Bodegraven-Reeuwijk aanleiding geve